One day my prince will come

One day my prince will come


Inspiratie: Andersen, De kleine Zeemeermin / in het kader van het theaterproject Kreis und Linie gebaseerd op utopische roman De Toverberg van Thomas Mann (1922).


Installatie: papieren poppen, buste-tekening houtskool en bister, zeeschilderij, film en soundscape


Het zoete verlangen. TRANSFORMATIE.

In de tweede fase van Kreis und Linie werd naar de sprookjeslaag van de veelgelaagde roman gedoken. De kleine Zeemeermin van H. C. Andersen gaat door een reeks transformaties en paradoxen net als Hans Castorp tijdens zijn verblijf op de Toverberg. Centraal staat de zoektocht naar de ziel, de ziel van Duitsland, van Europa, van de mensheid, van een mens.

De kleine Zeemeermin verlangt naar de ware liefde, maar kan die pas vinden als ze, net als een mens, sterfelijk wordt. En dat is slechts mogelijk als ze de liefde vindt. Een cirkel.


‘De volgende keer wil ik een Prins zijn!’

Bij het afronden van de eerste fase van Kreis und Linie uitte een performer deze wens. En de wens werd gehoord … Het verlangen van de kleine Zeemeermin is zo groot dat ze haar mooie zangstem opoffert om mens te worden. Nu heeft ze een ziel en is ze sterfelijk. En, ze doorstaat gruwelijke pijnen.


Verlangen

In haar tuintje staat naast de treurwilg een buste van een Prins, een versteende jongeling die haar zuchten niet opmerkt. Hetzelfde zal gebeuren wanneer ze op land in de nabijheid van de kroonprins vertoeft als mens. De papierpoppen in de tuintjes verbeelden het verlangen, de Prinsen, van de deelnemers van dit project. De zee is pertinent aanwezig in deze installatie. Het leven onder water: de ziel, een diep verlangen, het on(der)bewuste, herinneringen, de transgenerationele overdracht , de schemerzone, transformatiezone....) …


Transformatie

De magische werking in het schemerdonker is een belangrijk gegeven. De transformatieprocessen in de ban van liefde is ook een thema in De Toverberg net zoals in Tannhauser en Merlijn.Eind XIXde en begin XXste eeuw zijn er heel wat creaties over het tot leven komen van zielloze dingen: Ensor / La Game d’ Amour, Ravel / L’enfant et les sortilèges, Stravinsky /Pulcinella , avant gardekunstenaars zoals Arp en Tauber …, en het Bauhaus ….


Papier en Suliko

Het gebeurde vaak dat terwijl Hans Christian Andersen een sprookje aan het vertellen was, hij ondertussen papier plooide en knipte tot de laatste zin van zijn vertelsel. Dan pas opende hij zijn meesterlijk snijwerk voor de verbaasde luisteraars. De twee installaties, Ik ben ECUUM van LUPUS/a en One Day my Prince will come, worden verbonden door de keuze van het werken met papier en door het Georgisch lied Suliko (ziel). Ik ben ECUUM vertrekt vanuit het laatste deel van het sprookje De kleine Zeemeermin. ( zie video op vimeo KNEPH).


Paul Contryn, bezieler van het Figurentheater De Maan in Mechelen, ondersteunde het atelier vanuit zijn artistieke visie.